Juno:
Dag Stijn, velen kennen je als de sympathieke Limburger met vele creatieve facetten maar waarom ik je vandaag wil verheven naar het heldendom van Juno is omwille van je intense emotie in woord en muziek.
Als je een lied schrijft, heb je op dat ogenblik een besef van de impact dat dit lied zou kunnen hebben op het leven van fans?
Ik vertrek heel fel vanuit een titel. Veel van onze nummers zijn letterlijk begonnen met enkel een titel.
Stijn:
Op het moment van schrijven niet echt, ik voel wel tamelijk goed aan hoe een tekst in mekaar moet zitten. Woordkeuze, titel… Ik vertrek heel fel vanuit een titel. Veel van onze nummers zijn letterlijk begonnen met enkel een titel: ‘Een heel klein beetje oorlog’, ‘Satelliet Suzy’, ‘Het is weer druk in Leuven’, ‘Panamarenko’, ‘Gigant’…
Allemaal woorden waarbij ik iets voelde, maar het is heel moeilijk uit te leggen wat exact. Ik noem het de Scrabble waarde van een woord, een woord dat eruit springt. En op zich zijn het vrij gewone woorden, of zelfs flarden van zinnen die ogenschijnlijk vrij banaal zijn. ‘Het is weer druk in Leuven’ is zo’n zin dat ik waarschijnlijk zo ergens heb gehoord lang voor het ontstaan van het lied. Hoe dan ook, ik schrijf al deze impressies op en eens we aan het repeteren zijn laat ik me inspireren door een bepaalde riff, zelfs een foute noot en pas ik bijna intuïtief de verzamelde stukjes tekst in een nieuw lied. Soms gaat dat vlot of juist helemaal niet, het is een heel moeizaam proces met veel vallen en opstaan.
Maar op dat ogenblik heb ik geen idee van de impact van dat lied en of het wel of niet iets gaat hebben. Misschien wel in de tweede fase, in de studio, als er afgewerkt kan worden.
Maar het is soms heel vreemd, onlangs las ik ergens in de krant, in grote vette letters: ‘Een heel klein beetje oorlog’. Ik was zeer verbaasd en merkte op dat onze titels vaak opduiken onder andere thema’s en dit net omdat deze zo ruim zijn en inzetbaar zijn maar toch ook uniek.
‘Van God los’ is ook zo’n zinnetje, geïnspireerd door de invloeden die ik kreeg van net over de Nederlandse grens in mijn jeugd. Ik zie die titels dan ook visueel in mijn hoofd en ontdek er mogelijkheden in als eindproduct.
De benadering voor dit alles is essentieel. Ik beschouw me ook niet zelf als muzikant maar eerder een poëet.
Juno:
En met de aanvullende zin ‘is er iemand in de kosmos’ vullen we perfect aan met het project waar je nu aan werkt en waar we elkaar ook ontmoeten hier in CC Het Gasthuis: ‘Stijn in het hoofd van Hawking’
Stijn:
Inderdaad, ik vond het eerst een heel bizar verzoek. Ik wou gerust wat komen vertellen over Hawking maar toen er mij verteld werd dat men deze ging begeleiden met een orkest die mijn nummers zou gaan spelen vroeg ik: Hebben wij zo’n nummers? Het bleek dus vreemd genoeg perfect te passen. Zo is er het nummer ‘bijna niets’ van Monza dat ik bijna vergeten was. Bij de voorbereiding ervan heb ik ontdekt dat dit nummer gewoon over Stephen Hawking gaat.
Ik heb sowieso altijd iets gehad met muziek, filosofie en wetenschap en dat is waarschijnlijk de reden waarom het plaatje zo goed paste.
De benadering voor dit alles is essentieel. Ik beschouw me ook niet zelf als muzikant maar eerder een poëet. Mocht ik mijn teksten geschreven hebben als gitarist of pianist, welke ik trouwens heel veel bewonder om hun kunnen, dan had ik heel andere teksten geschreven. Bij het op basis van de muziek schrijven, ben je vooral bezig met zanglijnen. Ik trek me niets aan van de tweede fase, waar de muziek erbij komt, zodat ik gewoon kon gaan puzzelen met woorden. Eens deze op papier, kan deze samensmelten met ideeën van de groep om tot een lied te komen.
Juno
Ik heb wat muziek betreft twee Belgische helden, de ene ben jij uiteraard anders zou ik hier niet zitten. De andere is Jacques Brel: taalvirtuoos, uitermate gepassioneerd op het podium en op zijn manier pure rock ‘n roll.
Een beetje een Stijn Meuris avant la lettre dus, wat vind je van deze vergelijking?
Stijn:
Dat is een gekke vergelijking. Als ik beelden zie van Brel, dat vuur, die energie dan voel ik ergens wel de vergelijking, de teksten ook. Maar zijn teksten zijn wel romantischer, anders. Hij heeft dan ook weer een beetje, vreemd om zo te zeggen, die schone lelijkheid. Wat hij deed in die periode hadden de mensen nog nooit gezien, dat was niet af, niet te gepolijst en daar kan ik me dan alweer zeker in vinden. Ik kan me inbeelden dat dit toen behoorlijk revolutionair was, in zo’n mooie zaal met pluchen theaterzetels in Frankrijk met zo’n chic publiek.
Het was vast een beetje wat Nirvana deed in 1992 deed. Dus ja, bedankt voor het compliment…
We zijn niet echt de meest melodische groep en alles wat werkt voor een groot publiek is vaak heel harmonieus, daar ben ik al vaak jaloers op geweest.
Juno:
Ik heb de eer gehad je te mogen fotograferen tijdens een concert en voor fotografen ben jij een super cadeau. Je toont hier zoveel emotie en ongeremdheid dat het aanstekelijk is. Ben je je daar bewust van of überhaupt mee bezig?
Stijn:
Ja… Als ik beelden van mezelf zie dan schrik ik vaak van de lelijkheid. Op podium ben ik wie ik echt ben maar dan wel bezig met performance niet met de registratie van dat optreden. En dat was vroeger ook al problematisch, die energie, die ‘Sturm und Drang’ zonder de beelden van de show, zonder de juiste context, leek achteraf gewoon slecht en vals.
Ik heb om die reden vaak dingen tegengehouden, ik vond het te verschrikkelijk om uit te zenden op de radio. Dan zeggen mensen me, we waren daar, dat concert was super.
Ja maar in die bubbel van klank, licht en beeld is die vorm van lelijkheid gepast maar niet erbuiten. Ik heb dat soms ook met anderen, Arno bijvoorbeeld, is fantastisch live maar als je nadien dat concert op de radio hoort weet je dat er aan gewerkt moet zijn om het correct over te brengen via een ander medium. Ik zou zelf nog eens een goede liveplaat willen maken, we hebben al heel wat concerten opgenomen en iedere keer denk ik nadien… Oei, wat was dat? Stel dat je er niet zelf bij was, en je hoort dit, wat denk je dan? We zijn niet echt de meest melodische groep en alles wat werkt voor een groot publiek is vaak heel harmonieus, daar ben ik al vaak jaloers op geweest.
Toen we de voorbereidingen deden voor dit project zei ik tegen de dirigent: ‘Ik weet niet of deze nummers voor 25 klassiek geschoolde muzikanten geschikt zijn.’ Hij vroeg me: ‘Hoezo niet?’ Volgens mij zat er te weinig melodie in de muziek. Maar hij voegde er de juiste arrangementen aan toe met een mooi geheel tot resultaat, zo goed dat ik misschien wel eens een plaat met een orkest zou willen opnemen.
Juno:
Denk je niet dat deze soort van ‘chaos’ op het podium juist jullie geheime recept is?
Stijn:
Dat is inderdaad ons ding en ik hou ook van dit soort chaos maar het blijft een moeilijke. Een goed voorbeeld is Nick Cave, in het begin voor velen verschrikkelijk, ik vond het daarentegen geweldig. Met de jaren werd zijn werk steeds meer geraffineerd, met betere muzikanten, andere composities maar steeds met dezelfde energie. Iets om naar te streven vind ik.
Juno:
‘Ik hou van u’ staat in het Europese liedjesboek naast o.a. alweer, Jaques Brel en ‘Vrolijke vrienden’ van Nonkel Bob als enige Vlaamse nummer in een toch wel prestigieuze lijst. Ik begrijp het wel, het wat immers het huwelijksliedje van mij en mijn echtgenote. Hoe verklaar je dat een heel eenvoudig liedje zo populair kan zijn?
Stijn:
Het is inderdaad een eenvoudig walsje, geschreven op zeven minuten op een doordeweekse repetitie. Belangrijk om weten is dat het hier gaat om filmmuziek voor Manneken Pis. Dat verklaart waarom dit nummer zo afwijkend is van wat we anders doen. Desondanks dat was dit een hele leuke opdracht om deze volledige soundtrack te mogen verzorgen. Maar toen de platenfirma het geheel hoorde haalden ze dat nummer uit en zeiden: ‘Dit is een hit.’
Eerst hoefde de focus op dit nummer niet echt perse voor ons maar toen we het nummer naar de set brachten voor de eigenlijk opnames, waren na 4 takes de volledige cast en technische ploeg het nummer aan het meezingen. En toen voelden we wel… Oei dit zou inderdaad wel eens een hit kunnen worden. Ik sta achter het nummer en verdedig het omdat ik zie wat het doet met de mensen en ik heb er me nooit voor gegeneerd.
Binnen Noordkaap lag dat wel heel gevoelig, er was een voor en een tegen kamp. De ene wou het nooit of te nimmer life spelen maar het andere kamp, waar ik toe behoorde, zei van: kijk eens verder dan de wals en zie wat je er allemaal mee kan doen. We speelden het dan uiteindelijk in een andere, ruwere en heftigere versie.
De kunst en de cultuur moeten een soort tegengif bieden en ondanks alles, doen wat ze moeten doen.
Juno:
In deze woelige tijden van steeds afnemende ondersteuning van cultuur in Vlaanderen wou ik als afsluiter nog even naar jouw ultieme tip vragen voor een jonge kunstenaar die graag van zijn creativiteit zou willen leven.
Stijn:
Ik vind deze een hele goede vraag. Het hangt af van het type artiest. Als het gaat om een muzikant bijvoorbeeld, zou ik zeggen: zoek toch maar een dagjob. Ikzelf heb heel lang, zoals de periode Noordkaap, gecombineerd met een job als journalist. Met als het gevolg dat ik vaak om half vijf op de redactie van de krant een telefoon kreeg van de manager om te vragen waar ik was daar de soundcheck dadelijk ging starten.
Maar er is maar één tip: Als kunstenaars, artiesten iets creatief willen doen, moeten ze dat gewoon doen, ervoor gaan, of er nu wel of geen subsidies zijn. Als die drang in je zit moet die er toch uit, maakt niet uit hoe je je creatief wil uiten. Als je dat niet doet, dan ga je 20 jaar ongelukkig zijn. Als dat in je zit moet je dat gewoon doen, het maakt niet uit dat je daarnaast nog aan de spoorwegen werkt, in tegendeel. Ik wou in de jaren 90 zelf geen artiest zijn, stel nu dat ik enkel dit zou gaan doen. Hoe ziet er mijn dag dan nog uit? Dan zou ik waarschijnlijk na elk concert tot 3 uur aan de toog blijven hangen en wat dan? Dat is niets voor mij. Ik doe soms dingen die helemaal niets met muziek te maken hebben en ik vind dat goed, waar haal ik anders mijn inspiratie vandaan?
Laat je dus vooral niet afleiden door de maatschappelijke omgeving, subsidie is geen heiligmakend middel, het risico op een soort zelfgenoegzaamheid is groot in deze context. Het is mooi dat mensen kunnen geholpen worden op deze manier en dus is deze besparing op zich een echte schande.
Maar hadden we eerlijk gezegd iets anders verwacht? Ik vrees dat het zelf nog erger gaat worden.
De kunst en de cultuur moeten een soort tegengif bieden en ondanks alles, doen wat ze moeten doen. Ik was 16 jaar toen ik met mijn eerste groepje begon en het was pas op mijn 26ste dat iemand tegen me zei: ‘Je weet dat dit ook je job kan zijn?’ Ik kwam van Overpelt en was leraar van opleiding dus had ik zo iets van: dit is geen job, we zullen nog wel zien… En ook toen heb ik nog 10 jaar gewacht. Intussen hebben we wel duizend keer gespeeld.
Iedereen moet zijn weg volgen dat is zeker niet makkelijk. Ik ken heel wat getalenteerde muzikanten en brengen bv. met een brommertje eten rond. En denk ik ‘fuck, echt niet eerlijk’. En ik kan me inbeelden dat daar die subsidie echt wel het verschil kan maken, vooral bij jonge mensen…
Info: http://www.room13gent.be/room13orchestra-biografie-stijn-in-het-hoofd-van-hawking/
Bekijk de volledige fotoreeks via deze link